Inleiding

• De investeringen die zijn gepland, zijn onder te verdelen in vervangingsinvesteringen en investeringen als gevolg van nieuw beleid.
• Daarnaast maakt het BBV onderscheid tussen investeringen met economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut.
• Investeringen hebben een economisch nut wanneer ze verhandelbaar zijn en/ of wanneer ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Om deze reden moeten deze investeringen worden geactiveerd. Een uitzondering hierop geldt voor kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde.
• Bepaalde investeringen in de openbare ruimte hebben geen economisch, maar alleen maatschappelijk nut. Voorbeelden hiervan zijn wegen, bruggen en openbaar groen. Hierbij is wel duidelijk sprake van een maatschappelijk nut, maar ze genereren geen middelen en er is geen markt voor.
• Onder het oude BBV hadden wij een keuze voor het al dan niet activeren van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Met de wijziging van het BBV is deze keuzevrijheid komen te vervallen en moeten alle investeringen worden geactiveerd.
• De in deze begroting opgenomen investeringen zijn terug te vinden in het volgende Meerjareninvesteringsplan (MIP):

Meerjareninvesteringsplan (MIP):

*) de vervangingsinvesteringen m.b.t. Water en riolering worden voor 40% geactiveerd (hierover wordt aflossing en rente berekend). Voor 60% worden de lasten direct ten laste van de voorziening GRP gebracht. Hierboven wordt de investering getoond waarop wordt afgeschreven.
**) in 2019 is een krediet voor realisatie van leerdeel (scholen) Doorwerth geautoriseerd op basis van normvergoeding. Het is onzeker of deze investering met deze normvergoeding realiseerbaar is, aangezien in de normvergoeding geen rekening is gehouden met alle klassen Frisse scholen B en BENG-eisen. Er is in de voorjaarsnota 2019 een bedrag opgenomen aan jaarlijkse extra last voor dit gedeelte in de vorm van een stelpost. Daar is geen bedrag in opgenomen maar is geënt op dezelfde uitgangspunten als het geautoriseerde krediet. Vandaar geen bedrag in het investeringsplan maar er is wel rekening gehouden met extra krediet in de begroting 2020 (en verder).

Vervangingsinvesteringen Water en riolering
Conform artikel 5.2 van de Financiële verordening geeft de raad bij de begrotingsbehandeling, op voorstel van het college, aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
We stellen voor om voor de GRP (vervangings)investeringen geen afzonderlijk raadsvoorstel aan u voor te leggen. De reden hiervoor is dat deze (vervangings) investeringen reeds in het door uw raad vastgestelde GRP zijn opgenomen. Middels de voor-/ najaarsnota en jaarstukken houden we u op de hoogte van de voortgang van de projecten.