Begroting 2020-2023

Algemene dekkingsmiddelen, Overhead, Vennootschapsbelasting en Onvoorzien

Algemene dekkingsmiddelen

Inleiding

  • De genoemde lasten en baten per programma resulteren in een uitgavenpost die gedekt wordt door de algemene dekkingsmiddelen.
  • Deze algemene dekkingsmiddelen zijn, in tegenstelling tot de bij de programma’s genoemde baten, vrij in te zetten binnen de begroting.
  • Daarnaast is in de begroting een niet programmagebonden bedrag apart gezet voor onvoorziene uitgaven.
  • In de volgende tabel is weergegeven welke lasten de uitvoering van de programma’s per saldo met zich meebrengen en welke algemene dekkingsmiddelen hier tegenover staan:

Saldo lasten en baten
Bedragen x € 1.000

2020

Programma’s

1. Samenleving

35.171

2. Omgeving

6.272

3. Organisatie

13.272

Subtotaal

54.715

Vennootschapsbelasting

0

Onvoorzien

95

Subtotaal

95

Totaal

54.810

Dekkingsmiddelen

Algemene uitkering

46.909

Belastingen

8.227

Dividend

230

Rente resultaat

206

Overige algemene dekkingsmiddelen

-/-  379

Totaal

55.193

Saldo Begroting

383

Voor de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds wordt het volgende uitgangspunt gehanteerd:

  • De nominale stijging van de Algemene uitkering wordt gebruikt ter dekking van de jaarlijkse indexering voor loon- en prijsstijgingen. Voor zover deze indexering nog niet toegewezen is aan de budgetten is dit bedrag apart gezet op een stelpost.
  • De inkomsten uit de Algemene uitkering zijn op basis van de mei- en septembercirculaire 2019 zoals weergegeven in de volgende tabel.

Bedragen x € 1.000

2020

2019

Inkomsten Algemene uitkering

46.909

47.532

De belastingen die de gemeente int zijn:

•   OZB voor eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen;
•   toeristenbelasting;
•   hondenbelasting;
•   reclamebelasting;
•   precariobelasting.

De begrote inkomsten per belastingsoort zijn weergegeven in de volgende tabel.

Bedragen x € 1.000

2020

2019

OZB eigenaren

6.609

6.199

OZB gebruikers

897

845

Totaal OZB

7.506

7.044

Hondenbelasting

186

182

Toeristenbelasting

466

456

Reclamebelasting

59

59

Precariobelasting

10

10

Totaal

8.227

7.751

Naast de inkomsten zijn er ook uitgaven met betrekking tot heffing en invordering van € 357.000 en uitvoering wet WOZ van € 99.000

Voor meer informatie over de tariefstelling voor deze belastingen en de uitgangspunten die daarbij worden gehanteerd wordt verwezen naar paragraaf 1 Lokale heffingen.

Behalve de hiervoor genoemde algemene dekkingsmiddelen zijn er nog een aantal algemene dekkingsmiddelen opgenomen in de begroting. In deze paragraaf worden genoemd:

•   de dividenden die we als gemeente ontvangen;
•   het saldo van de rentebaten en -lasten (financieringsfunctie);
•   overige algemene dekkingsmiddelen.

Dividenden
De inkomsten die we als gemeente ontvangen uit dividenden zijn gering. De belangrijkste dividenden zijn afkomstig van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Afvalcombinatie De Vallei.

Saldo van de rentebaten- en lasten
Het gebruik van eigen en externe financieringsmiddelen heeft rentelasten en -baten tot gevolg. Deze kosten worden met een vast rentepercentage doorberekend aan de investeringen in de programma’s. Uit praktische overwegingen wordt deze zogenaamde ‘rekenrente’ niet jaarlijks aangepast. Wij rekenen op dit moment met een rekenrente van 2,25%. Door de lage rentekosten op kort geld op dit moment, zijn de werkelijke rentekosten lager. Dit voordeel komt tot uitdrukking bij de algemene dekkingsmiddelen.

Overige algemene dekkingsmiddelen
De overige dekkingsmiddelen bestaan uit onder andere de bespaarde rente over eigen financieringsmiddelen, stelposten voor loon- en prijsontwikkeling en vervangingsinvesteringen.
In deze begroting stellen we voor de werkwijze met de stelpost voor loon- en prijsstijgingen te wijzigen. Tot op heden werd de loon- en prijscompensatie per jaar (statische methode) bepaald en niet meerjarig (dynamische methode) doorgerekend. Daarbij werd de omvang van de stelpost bepaald op basis van de inkomsten voor loon- en prijsstijgingen via de algemene uitkering en de belastingen en heffingen. In deze begroting is uitgaan van het jaarlijks doorrekenen van de inflatie op alle opbrengsten. Daarnaast is de verwachte kostenontwikkeling op alle budgetten doorgerekend. Het gevolg van deze realistische benadering van de begroting is dat de huidige stelpost loon- en prijscompensatie te klein is om de kostenstijgingen op te vangen. Per saldo levert deze benadering een nadeel op voor het begrotingsresultaat. We stellen voor een ingroei model te hanteren, wat betekent dat de nieuwe werkwijze volledig wordt toegepast met ingang van 2021.

Mutaties reserves
Binnen de begroting worden onttrekkingen en toevoegingen aan reserves opgenomen. De mutaties voor 2020 zijn opgenomen in de tabellen per programma. Een verloopoverzicht per reserve is opgenomen in het onderdeel Financiën > meerjarenbegroting > balanspositie > reserves en voorzieningen.

Overhead, Vennootschapsbelasting, Onvoorzien + Buffer
Voor een toelichting op deze onderdelen wordt verwezen naar de betreffende onderdelen.

Beleidsindicatoren en kengetallen

2017

2018

2019

Woonlasten éénpersoonshuishouden (BBV)

€ 642

€ 683

€ 709 

Woonlasten meerpersoonshuishouden (BBV)

€ 832

€ 867

€ 888

WOZ-waarde woningen (BBV)

€ 248.000

€ 259.000

Demografische druk

91,5%

ga terug